]> git.donarmstrong.com Git - lilypond.git/blob - Documentation/nl/learning/tutorial.itely
Merge branch 'master' into lilypond/translation
[lilypond.git] / Documentation / nl / learning / tutorial.itely
1 @c -*- coding: utf-8; mode: texinfo; fill-column: 60 -*-
2 @ignore
3     Translation of GIT committish: f0968c08c70e954c1d928feadf94006504ac4de1
4
5     When revising a translation, copy the HEAD committish of the
6     version that you are working on.  For details, see the Contributors'
7     Guide, node Updating translation committishes..
8 @end ignore
9
10 @c Translator: Jan Nieuwenhuizen
11 @c Translation checker:
12 @c Translation checker committish:
13
14 @include included/generating-output.itexi
15
16 @c \version "2.12.0"
17
18 @node Leerboek
19 @translationof Tutorial
20 @chapter Leerboek
21
22 Dit hoofdstuk is de basisinleiding voor het werken met
23 LilyPond.
24
25 @menu
26 * Het compileren van een bestand::
27 * Het schrijven van invoerbestanden::
28 * Het lezen van de handleidingen::
29 @end menu
30
31 @node Het compileren van een bestand
32 @translationof Compiling a file
33 @section Het compileren van een bestand
34
35 Deze paragraaf introduceert het @qq{compileren}---het
36 verwerken van LilyPond-invoerbestanden (geschreven door
37 jouzelf) voor het produceren van uitvoerbestanden.
38
39 @menu
40 * Invoer schrijven::
41 * MacOS X::
42 * Windows::
43 * Commandoregel::
44 @end menu
45
46 @node Invoer schrijven
47 @translationof Entering input
48 @subsection Invoer schrijven
49
50 @cindex compileren
51 @cindex eerste voorbeeld
52 @cindex voorbeeld, eerste
53 @cindex hoofdlettergevoelig
54
55 @qq{Compileren} is de term die gebruikt wordt voor het
56 verwerken van een invoerbestand in LilyPond-formaat voor het
57 produceren van één of meer uitvoerbestanden.
58 Uitvoerbestanden zijn gewoonlijk PDF (om te printen of te
59 bekijken), MIDI (om af te spelen), en PNG (for online
60 gebruik).  LilyPond-invoerbestanden zijn gewone
61 tekstbestanden.
62
63 Dit is een voorbeeld van een eenvoudig invoerbestand:
64
65 @example
66 \version "@w{@version{}}"
67 @{
68   c' e' g' e'
69 @}
70 @end example
71
72 De grafische uitvoer is:
73
74 @c  in this case we don't want verbatim
75 @lilypond[quote]
76 {
77   c' e' g' e'
78 }
79 @end lilypond
80
81 @warning{Noten en liedteksten in LilyPond invoer moeten
82 altijd binnen @w{@strong{@{ accolades @}}} staan.  Om
83 ambiguïteit te voorkomen moeten deze accolades altijd los
84 staan, d.w.z. omgeven zijn door witruimte, of aan het begin
85 of einde van een regel staan.  In sommige voorbeelden in
86 deze handleiding zijn ze weggelaten, maar vergeet ze niet te
87 gebruiken in je eigen muziek!  Voor meer informatie over hoe
88 voorbeelden worden afgebeeld in deze handleiding, zie
89 @ref{Het lezen van de handleidingen}.}
90
91 LilyPond-invoer is @strong{hoofdlettergevoelig}.
92 @w{@code{@{ c d e @}}} is geldige invoer; @w{@code{@{ C D E
93 @}}} zal een foutmelding geven.
94
95
96 @smallspace
97
98 @subheading Het produceren van uitvoer
99
100 @cindex PDF-bestand
101 @cindex muziek weergeven
102 @cindex tekst-editors
103
104 Hoe je uitvoer produceert, is afhankelijk van je operating
105 systeem en van de programma's die je gebruikt.
106
107 @itemize
108
109 @item
110 @ref{MacOS X, @sourceimage{logo-macosx,,,}}
111 @ref{MacOS X, MacOS X} (grafisch)
112
113 @item
114 @ref{Windows, @sourceimage{logo-windows,,,}}
115 @ref{Windows, Microsoft Windows} (grafisch)
116
117 @item
118 @ref{Commandoregel, @sourceimage{logo-linux,,,}
119 @sourceimage{logo-freebsd,,,}
120 @sourceimage{logo-macosx,,,}
121 @sourceimage{logo-windows,,,}
122 }
123 @ref{Commandoregel, Alle operating systemens} (commandoregel)
124
125 @end itemize
126
127 Er zijn verscheidene andere tekst-editors beschikbaar met
128 specifieke LilyPond-ondersteuning.  Voor meer informatie,
129 zie @rweb{Eenvoudiger bewerken}.
130
131 @warning{Als je LilyPond voor de allereerste keer draait,
132 kan dat een minuut of twee duren omdat alle systeemfonts
133 eerst moeten worden geanalyseerd.  De volgende keer draait
134 LilyPond veel sneller!}
135
136
137 @node MacOS X
138 @subsection MacOS X
139
140 @cindex draaien van LilyPond onder MacOS X
141 @cindex MacOS X, draaien van LilyPond
142
143 @lilypadOSX
144
145
146 @node Windows
147 @subsection Windows
148
149 @cindex draaien van LilyPond onder Windows
150 @cindex Windows, draaien van LilyPond
151
152 @lilypadWindows
153
154
155 @node Commandoregel
156 @translationof Command-line
157 @subsection Commandoregel
158
159 @cindex draaien van LilyPond onder Unix
160 @cindex Unix, draaien van LilyPond
161
162 @lilypadCommandLine
163
164 @node Het schrijven van invoerbestanden
165 @translationof How to write input files
166 @section Het schrijven van invoerbestanden
167
168 Deze paragraaf introduceert de LilyPond basissyntax om je op
169 weg te helpen bij het schrijven van invoerbestanden.
170
171 @menu
172 * Eenvoudige notatie::
173 * Werken met invoerbestanden::
174 @end menu
175
176
177 @node Eenvoudige notatie
178 @translationof Simple notation
179 @subsection Eenvoudige notatie
180
181 @cindex eenvoudige notatie
182 @cindex notatie, eenvoudig
183
184 LilyPond kan bepaalde notatie-elementen automatisch
185 toevoegen.  In het volgende voorbeeld hebben we slechts vier
186 toonhoogten ingevoerd, maar LilyPond heeft een
187 muzieksleutel, een maatsoort, en nootlengtes toegevoegd.
188
189 @lilypond[verbatim,quote]
190 {
191   c' e' g' e'
192 }
193 @end lilypond
194
195 @noindent
196 Dit gedrag kan worden veranderd, maar in de meeste gevallen
197 zijn deze automatische waarden heel handig.
198
199
200 @subheading Toonhoogten
201
202 @cindex toonhoogten
203 @cindex relatieve modus
204 @cindex apostrof, enkel aanhalingsteken
205 @cindex komma
206 @cindex toevallige tekens en relatieve modus
207 @cindex relatieve modus, en toevallige tekens
208
209 @funindex \relative
210 @funindex relative
211 @funindex '
212 @funindex ,
213
214 Terminologie: @rglos{pitch}, @rglos{interval},
215 @rglos{scale}, @rglos{middle C}, @rglos{octave},
216 @rglos{accidental}.
217
218 De meest eenvoudige manier voor het invoeren van noten is de
219 @code{\relative} modus.  In deze modus wordt het octaaf
220 automatisch gekozen door de aanname dat een opvolgende noot
221 altijd zo dicht mogelijk bij de vorige noot geplaatst moet
222 worden, d.w.z., hij wordt geplaatst in het octaaf dat binnen
223 drie notenbalk-ruimtes ten opzichte van de vorige noot valt.
224 We beginnen met het invoeren van het meest elementaire stuk
225 muziek, een @notation{toonladder}, waarin elke noot precies
226 één notenbalk-ruimte hoger is dan de vorige noot.
227
228 @lilypond[verbatim,quote]
229 % zet het beginpunt op de centrale C
230 \relative c' {
231   c d e f
232   g a b c
233 }
234 @end lilypond
235
236 De eerste noot is de @notation{centrale C}.  Elke volgende
237 noot wordt zo dicht mogelijk geplaatst ten op zichte van de
238 vorige noot -- of anders gezegd, de eerste @code{c} is de C
239 het dichtst bij de centrale C.  Die wordt gevolgd door
240 dichtstbijzijnde D ten opzichte van de vorige noot.  We
241 kunnen melodieën maken die grotere intervallen hebben, nog
242 steeds uitsluitend gebruikmakend van de {\relative} modus:
243
244 @lilypond[verbatim,quote]
245 \relative c' {
246   d f a g
247   c b f d
248 }
249 @end lilypond
250
251 @noindent
252 De eerste noot van de melodie hoeft niet te beginnen met de
253 noot die de begintoonhoogte aangeeft.  In bovenstaand
254 voorbeeld is de eerste noot -- de @code{d} -- de
255 dichtstbijzijnde D bij de centrale C.
256
257 Door het toevoegen (of weghalen) van apostrofs @code{'} of
258 komma's @code{,} van het @code{@w{\relative c'
259 @{}}-commando, kunnen we het beginoctaaf veranderen:
260
261 @lilypond[verbatim,quote]
262 % één octaaf boven de centrale C
263 \relative c'' {
264   e c a c
265 }
266 @end lilypond
267
268 Relatieve modus kan aanvankelijk wat verwarrend zijn, maar
269 het is de eenvoudigste manier om melodieën in te voeren.
270 Laten we eens kijken hoe het uitrekenen van relatieve
271 afstanden in de praktijk werkt.  Beginnend met een B, die in
272 de vioolsleutel op de middelste lijn staat, kan je een C, D
273 en E bereiken binnen 3 notenbalk-ruimten omhoog, een een A,
274 G en F binnen 3 notenbalk-ruimten omlaag.  Dus als de noot
275 na een B een C, D of E is, wordt aangenomen dat die hoger is
276 dan de B, en van een A, G of F wordt aangenomen dat hij
277 lager is.
278
279 @lilypond[verbatim,quote]
280 \relative c'' {
281   b c  % c is 1 notenbalk-ruimte omhoog, dus de c hoger
282   b d  % d is 2 omhoog of 5 omlaag, dus de d hoger
283   b e  % e is 3 omhoog of 4 omlaag, dus de e hoger
284   b a  % a is 6 omhoog of 1 omlaag, dus de a lager
285   b g  % g is 5 omhoog of 2 omlaag, dus de g lager
286   b f  % f is 4 omhoog of 3 omlaag, dus de f lager
287 }
288 @end lilypond
289
290 Precies hetzelfde gebeurt als een van deze noten verhoogd of
291 verlaagd is met een kruis of mol.  @notation{Toevallige
292 tekens} worden @strong{volledig genegeerd} in de berekening
293 van de relatieve positie.  Exact dezelfde
294 notenbalkruimte-telling wordt gedaan voor een noot op
295 willekeurig welke andere plaats op de notenbalk.
296
297 Om intervallen te gebruiken die groter zijn dan drie
298 notenbalk-ruimten, kunnen we het @notation{octaaf} verhogen
299 door een apostrof @code{'} (of enkel aanhalingsteken) aan de
300 notenaam toe te voegen.  We kunnen het octaaf verlagen door
301 een komma @code{,} aan de notenaam toe toe voegen.
302
303 @lilypond[verbatim,quote]
304 \relative c'' {
305   a a, c' f,
306   g g'' a,, f'
307 }
308 @end lilypond
309
310 @noindent
311 Voor het veranderen van een noot met twee (of meer!) octaven
312 gebruiken we meerdere @code{''} of @code{,,} -- maar let op
313 dat je twee enkele apostrofs of aanhalingstekens gebruikt
314 @code{''} en niet één dubbel aanhalingsteken @code{"}@tie{}!
315 De beginwaarde in @code{@w{\relative c'}} kan ook op deze
316 manier worden veranderd.
317 @c " - keeps quotes in order for context-sensitive editor -td
318
319 @subheading Nootlengten (ritmen)
320
321 @cindex nootlengten
322 @cindex lengten
323 @cindex ritmen
324 @cindex hele noot
325 @cindex halve noot
326 @cindex kwartnoot
327 @cindex gepuncteerde noot
328 @cindex lengten noteren
329
330 Terminologie: @rglos{beam}, @rglos{duration},
331 @rglos{whole note}, @rglos{half note}, @rglos{quarter note},
332 @rglos{dotted note}.
333
334 De @notation{lengte} van een noot wordt aangegeven door een
335 getal na de notenaam: @code{1} voor een @notation{hele
336 noot}, @code{2} voor een @notation{halve noot}, @code{4}
337 voor een @notation{kwartnoot} enzovoorts.
338 @notation{Waardestrepen} worden automatisch toegevoegd.
339
340 Als je geen lengte aangeeft, word te vorige lengte ook
341 gebruikt voor de volgende noot.  De lengte van de eerste
342 noot is standaard een kwartnoot.
343
344 @lilypond[verbatim,quote]
345 \relative c'' {
346   a1
347   a2 a4 a8 a
348   a16 a a a a32 a a a a64 a a a a a a a a2
349 }
350 @end lilypond
351
352 Voor het maken van @notation{gepuncteerde noten} voeg je een
353 punt @code{.} toe aan het lengte-getal.  De lengte van een
354 gepuncteerde noot moet expliciet worden aangegeven (d.w.z.,
355 altijd ook met een getal).
356
357 @lilypond[verbatim,quote]
358 \relative c'' {
359   a a a4. a8
360   a8. a16 a a8. a8 a4.
361 }
362 @end lilypond
363
364
365 @subheading Rusten
366
367 @cindex rust
368 @cindex rusten noteren
369
370 Terminologie: @rglos{rest}.
371
372 Een @notation{rust} voer je in net zoals een noot met de
373 naam @code{r}@tie{}:
374
375 @lilypond[verbatim,quote]
376 \relative c'' {
377   a r r2
378   r8 a r4 r4. r8
379 }
380 @end lilypond
381
382
383 @subheading Maatsoort
384
385 @cindex maatsoort
386
387 @funindex \time
388 @funindex time
389
390 Terminologie: @rglos{time signature}.
391
392 De @notation{maatsoort} kun je aangeven met het @code{\time}
393 commando:
394
395 @lilypond[verbatim,quote]
396 \relative c'' {
397   \time 3/4
398   a4 a a
399   \time 6/8
400   a4. a
401   \time 4/4
402   a4 a a a
403 }
404 @end lilypond
405
406
407 @subheading Sleutel
408
409 @cindex sleutel
410 @cindex viool
411 @cindex sopraan
412 @cindex alt
413 @cindex tenor
414 @cindex bas
415
416 @funindex \clef
417 @funindex clef
418
419 Terminologie: @rglos{clef}.
420
421 De @notation{sleutel} kun je aangeven met het @code{\clef}
422 commando:
423
424 @lilypond[verbatim,quote]
425 \relative c' {
426   \clef treble
427   c1
428   \clef alto
429   c1
430   \clef tenor
431   c1
432   \clef bass
433   c1
434 }
435 @end lilypond
436
437
438 @subheading Alles samen
439
440 Hier is een klein voorbeeld dat al deze onderdelen samen
441 toont:
442
443 @lilypond[verbatim,quote]
444 \relative c, {
445   \time 3/4
446   \clef bass
447   c2 e8 c' g'2.
448   f4 e d c4 c, r4
449 }
450 @end lilypond
451
452
453 @seealso
454 Notatiehandleiding: @ruser{Writing pitches},
455 @ruser{Writing rhythms}, @ruser{Writing rests},
456 @ruser{Time signature}, @ruser{Clef}.
457
458
459 @node Werken met invoerbestanden
460 @translationof Working on input files
461 @subsection Werken met invoerbestanden
462
463 @cindex accolades
464 @cindex haakjes, gekruld
465 @cindex commentaar
466 @cindex regelcommentaar
467 @cindex commentaar, regel
468 @cindex blokcommentaar
469 @cindex commentaar, blok
470 @cindex hoofdlettergevoelig
471 @cindex witruimteongevoelig
472 @cindex expressies
473 @cindex versie aangeven
474 @cindex versie
475 @cindex versienummer
476
477 @funindex \version
478 @funindex { ... }
479 @funindex %
480 @funindex %@{ ... %@}
481
482 LilyPond-invoerbestanden lijken op broncodebestanden van de
483 meest gebruikte programmeertalen.  Ze bevatten een
484 versie-uitdrukking, zijn hoofdlettergevoelig, en witruimte
485 wordt grotendeels genegeerd.  Expressies worden gevormd met
486 accolades @{ @}, en commentaren worden aangegeven met
487 @code{%} of @w{@code{%@{ ... %@}}}.
488
489 Als de vorige alinea totale onzin lijkt, geen probleem!  We
490 leggen hieronder uit wat al deze termen betekenen:
491
492 @itemize
493
494 @item
495 @strong{Versie-uitdrukking}:
496 Elk LilyPond-bestand zou een versie-uitdrukking moeten
497 hebben.  Een versie-uitdrukking is een regel die aangeeft
498 voor welke versie van LilyPond het bestand is geschreven,
499 zoals in onderstaand voorbeeld:
500
501 @example
502 \version "@w{@version{}}"
503 @end example
504
505 De versie-uitdrukking wordt altijd helemaal bovenin het
506 LilyPond-bestand gezet.
507
508 Er zijn twee redenen waarom de versie-uitdrukking belangrijk
509 is.  Ten eerste maakt het een automatische update van het
510 invoerbestand mogelijk voor wanneer de syntax van een
511 nieuwere LilyPond-versie verandert.  Ten tweede geeft het de
512 LilyPond-versie aan die nodig is om het bestand te
513 compileren.
514
515 Als de versie-uitdrukking wordt weggelaten uit een
516 invoerbestand, zal LilyPond een waarschuwing geven tijdens
517 het compileren van het bestand.
518
519 @item
520 @strong{Hoofdlettergevoelig}:
521 het maakt uit of je een letter als kleine letter typt (bijv.
522 @w{@code{a, b, s, t}}) of als hoofdletter (bijv. @w{@code{A,
523 B, S, T}}).  Noten zijn met een kleine letter: @w{@code{@{ c
524 d e @}}} is geldige invoer; @w{@code{@{ C D E @}}} geeft een
525 foutmelding.
526
527 @item
528 @strong{Witeruimteongevoelig}:
529 het maakt niet uit hoeveel spaties (of tabs of nieuwe
530 regels) je invoegt.  @w{@code{@{ c d e @}}} betekent
531 hetzelfde als @w{@code{@{ c @tie{}} @tie{} @tie{} d e @}} en
532 als:
533
534 @example
535 @{ c                        d
536                    e   @}
537 @end example
538
539 @noindent
540 Het laatste voorbeeld leest natuurlijk erg lastig.  Een
541 goede vuistregel is om blokken code in te springen met een
542 tab of twee spaties:
543
544 @example
545 @{
546   c d e
547 @}
548 @end example
549
550 Echter, vele syntactische elementen @emph{moeten} van elkaar
551 gescheiden worden door witruimte.  Anders gezegd, witruimte
552 kan altijd worden @emph{ingevoegd}, maar niet altijd worden
553 @emph{weggehaald}.  Omdat ontbrekende witruimte voor vreemde
554 foutmeldingen kan zorgen, is het verstandig altijd witruimte
555 te gebruiken voor en na elk syntactisch element,
556 bijvoorbeeld, voor en na elke accolade.
557
558 @item
559 @strong{Uitdrukkingen}:
560 om elk stuk LilyPond-invoer moeten @strong{@{ accolades @}}
561 heen staan.  Deze haakjes vertellen LilyPond dat de invoer
562 een enkele muziekuitdrukking is, net als de haakjes
563 @code{()} bij wiskunde.  De accolades moeten altijd los
564 staan, d.w.z. omgeven zijn door witruimte, of aan het begin
565 of einde van een regel staan om ambiguïteiten te voorkomen.
566
567 Een LilyPond-commando gevolgd door een enkele uitdrukking
568 tussen accolades (zoals @w{@code{\relative @{ @}}}) telt ook
569 als een enkele muziekuitdrukking.
570
571 @cindex commentaren
572 @cindex regercommentaar
573 @cindex blokcommentaar
574 @item
575 @strong{Commentaren}:
576 een commentaar is een opmerking voor de lezer van de
577 muziekinvoer; het wordt genegeerd tijdens het verwerken, dus
578 het heeft geen effect op de geprinte uitvoer.  Er zijn twee
579 soorten commentaar.  Het procentteken @code{%} markeert het
580 begin van een regelcommentaar; alles na een @code{%} op die
581 regel wordt genegeerd.  Een regelcommentaar wordt altijd
582 @emph{boven} de regel geplaatst waar hij bij hoort.
583
584 @example
585 a4 a a a
586 % dit commentaar slaat op de B's
587 b2 b
588 @end example
589
590 Een blokcommentaar markeert een heel stuk van de
591 muziekinvoer als commentaar.  Alles wat tussen @code{%@{} en
592 @code{%@}} staat, wordt genegeerd.  Echter, blockcommentaren
593 kunnen niet worden ge@q{nest}.  Dat betekent dat je een
594 blokcommentaar niet binnen een ander blokcommentaar kunt
595 zetten.  Als je dat toch probeert, zal de eerste @code{%@}}
596 @emph{beide} blokcommentaren sluiten.  Het volgende fragment
597 toont het gebruik van commentaren:
598
599 @example
600 % noten voor twinkle twinkle volgen
601   c4 c g' g a a g2
602
603 %@{
604   Deze regel, en de noten hieronder worden genegeerd,
605   omdat ze in een blokcommentaar staan.
606
607   f f e e d d c2
608 %@}
609 @end example
610
611 @end itemize
612
613
614 @node Het lezen van de handleidingen
615 @translationof How to read the manuals
616 @section Het lezen van de handleidingen
617
618 Deze paragraaf laat zien hoe je de documentatie efficient
619 kunt lezen, en introduceert enkele nuttige interactieve
620 functies die beschikbaar zijn in de online-versie.
621
622 @menu
623 * Weggelaten materiaal::
624 * Klikbare voorbeelden::
625 * Overzicht van handleidingen::
626 @end menu
627
628
629 @node Weggelaten materiaal
630 @translationof Omitted material
631 @subsection Weggelaten materiaal
632
633
634 @cindex hoe de handleidingen te lezen
635 @cindex handleiding, lezen
636 @cindex het lezen van de handleiding
637 @cindex voorbeelden, aanklikbaar
638 @cindex klikbare voorbeelden
639 @cindex tips voor het bouwen van bestanden
640 @cindex sjablonen
641 @cindex bouwen van bestanden, tips
642 @cindex bestanden, tips om te maken
643
644 LilyPond-invoer moet tussen @{ @}-tekens of
645 @code{@w{\relative c'' @{ ... @}}} staan, zoals we gezien
646 hebben in @ref{Werken met invoerbestanden}.  Vanaf nu zullen
647 we dit weglaten uit de meeste voorbeelden in de handleiding.
648 Als je die voorbeelden wilt gebruiken, kun je you de
649 getoonde invoer kopiëren en plakken, maar je @strong{moet}
650 zelf wel @code{@w{\relative c'' @{ @}}} toevoegen, dus:
651
652 @example
653 \relative c'' @{
654   ... plak hier het voorbeeld ...
655 @}
656 @end example
657
658 Waarom laten we die accolades weg?  De meeste voorbeelden in
659 deze handleiding kunnen midden in een langer stuk muziek
660 worden ingevoegd.  Bij zulke voorbeelden is het onzinnig om
661 @code{@w{\relative c'' @{ @}}} toe te voegen -- je moet een
662 @code{\relative} niet binnen een ander @code{\relative}
663 zetten!  Als we @code{@w{\relative c'' @{ @}}} om elk
664 voorbeeld heen zouden zetten, zou je een klein
665 documentatievoorbeeld niet zomaar kunnen kopiëren en in een
666 langer stuk kunnen plakken.  De meeste mensen willen
667 materiaal toevoegen aan een bestaand stuk, dus zorgen we dat
668 de handleiding daarvoor het meest geschikt is.
669
670 Verder moet elk LilyPond-bestand eigenlijk ook een
671 @code{@bs{}version}-uitdrukking hebben.  Omdat de
672 voorbeelden in de handleidingen fragmenten zijn, en geen
673 volledige bestanden, wordt de
674 @code{@bs{}version}-uitdrukking weggelaten.  Maar je zou er
675 een gewoonte van moeten maken ze in je bestanden op te
676 nemen.
677
678 @node Klikbare voorbeelden
679 @translationof Clickable examples
680 @subsection Klikbare voorbeelden
681
682 @warning{Deze functie is uitsluitend beschikbaar in de
683 HTML-handleidingen.}
684
685 Veel mensen leren programma's door te proberen en er wat mee
686 te prutsen.  Dat kan ook goed met LilyPond.  Als je op een
687 afbeelding in de HTML-versie van deze handleiding klikt, zie
688 je de exacte LilyPond-invoer die gebruikt is om die
689 afbeelding te genereren.  Probeer het maar met deze
690 afbeelding:
691
692 @c no verbatim here
693 @lilypond[quote]
694 \relative c'' {
695   c-\markup { \bold \huge { Klik hier. } }
696 }
697 @end lilypond
698
699 Door het knippen en plakken van het gehele @qq{ly
700 snippet}-gedeelte, heb je een sjabloon om je experiment mee
701 te beginnen.  Om precies dezelde uitvoer te krijgen
702 (inclusief regelbreedte en alles), kopiëer alles vanaf
703 @qq{Start cut-&-pastable section} tot aan het einde van het
704 bestand.
705
706
707 @ignore
708 This is item 825
709
710 @n ode Keyboard navigation
711 @s ubsection Keyboard navigation
712
713 @warning{This features is only available in the HTML manuals.}
714
715 @c TODO: once this is figured out, insert it here.
716
717 We are currently working on this feature.
718 @end ignore
719
720 @node Overzicht van handleidingen
721 @translationof Overview of manuals
722 @subsection Overzicht van handleidingen
723
724 Er is veel documentatie voor LilyPond.  Nieuwe gebruikers
725 weten soms niet helemaal wat ze nu wel en niet zouden moeten
726 lezen, en soms slaan ze essentiële delen over.
727
728 @warning{Sla liever geen belangrjke delen van de
729 documentatie over.  Dat maakt het veel lastiger vinden om
730 het vervolg te begrijpen.}
731
732 @itemize
733
734 @item
735 @strong{Voordat je ook maar @emph{iets}} probeert: lees uit
736 de Beginnershandleiding het @ref{Leerboek}, en @ref{Algemene
737 muzieknotatie}.  Als je muziektermen tegenkomt die je niet
738 herkent, zoek ze dan op in de @rglosnamed{Top,
739 Terminologie}.
740
741 @item
742 @strong{Voordat je een heel muziekstuk probeert te
743 schrijven}: lees uit de Beginnershandleiding de
744 @ref{Fundamentele concepten}.  Daarna wil je wellicht de
745 relevante delen van de @rusernamed{Top, Notatiehandleiding}
746 bekijken.
747
748 @item
749 @strong{Voordat je de standaarduitvoer probeert te
750 veranderen}: lees uit de Beginnershandleiding over
751 @ref{Tweaking output}.
752
753 @item
754 @strong{Voordat je een groot project begint}: lees uit de
755 Gebruikershandleiding @rprogram{Suggestions for writing
756 files}.
757
758 @end itemize