@c -*- coding: utf-8; mode: texinfo; fill-column: 60 -*- @ignore Translation of GIT committish: 6908517be0826a3386264cd6d26d742b18e3a227 When revising a translation, copy the HEAD committish of the version that you are working on. For details, see the Contributors' Guide, node Updating translation committishes.. @end ignore @c Translator: Jan Nieuwenhuizen @c Translation checker: @c Translation checker committish: @c \version "2.16.0" @ignore Tutorial guidelines: (different from policy.txt!) - unless you have a really good reason, use either @lilypond[verbatim,quote] or @lilypond[verbatim,quote,relative=2] Don't use any other relative=X commands. - use "aes" and "ees" instead of "as" and "es". I know it's not correct Dutch naming, but let's not confuse people with this until we get to the Basic notation chapter. - Add "Music Glossary: @rglos{foo}" to the *top* of the relevant portions of the tutorial. @end ignore @node Algemene muzieknotatie @translationof Common notation @chapter Algemene muzieknotatie In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je prachtig geprinte muziek maakt met algemene muzieknotatie; dit is het vervolg op het materiaal in het @ref{Leerboek}. @menu * Notatie voor een enkele notenbalk:: * Verschillende noten tegelijk klinkend:: * Vocale muziek:: * De puntjes op de i's:: @end menu @node Notatie voor een enkele notenbalk @translationof Single staff notation @section Notatie voor een enkele notenbalk Deze paragraaf introduceert algemene muzieknotatie gebruikt voor een enkelvoudige melodie op één notenbalk. @menu * Maat-controles:: * Verplaatsingstekens en toonsoorten:: * Overbindingen en legatobogen:: * Articulatie en dynamiek:: * Tekst toevoegen:: * Automatische en handmatige waardestrepen:: * Geavanceerde ritmische commando's:: @end menu @node Maat-controles @subsection Maat-controles @translationof Bar checks Alhoewel ze niet strikt noodzakelijk zijn, zouden @emph{maat-controles} gebruikt moeten worden in de invoer-code om aan te geven waar de maatstrepen verwacht worden. Ze worden ingevoerd met het vertikale streep-symbool, @code{|}. Met behulp van deze maat-controles kan het programma nagaan, door de nootlengten die je ingevoerd hebt op te tellen, dat alle maten precies gevuld zijn. Maat-controles maken de invoer-code eenvoudiger te lezen, omdat ze helpen deze opgeruimd te houden. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] g1 | e1 | c2. c'4 | g4 c g e | c4 r r2 | @end lilypond @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Bar and bar number checks}. @node Verplaatsingstekens en toonsoorten @translationof Accidentals and key signatures @subsection Verplaatsingstekens en toonsoorten @warning{Voor nieuwe gebruikers kan dit soms verwarrend zijn -- lees de waarschuwing onderaan deze pagina, vooral als je niet zo vertrouwd bent met muziektheorie!} @subheading Verplaatsingstekens @cindex verplaatsingstekens @cindex toevallige tekens en toonsoorten @cindex kruis @cindex dubbelkruis @cindex kruis, dubbel @cindex mol @cindex dubbelmol @cindex mol, dubbel @funindex es @funindex is @funindex eses @funindex isis Terminologie: @rglos{sharp}, @rglos{flat}, @rglos{double sharp}, @rglos{double flat}, @rglos{accidental}. Een noot met een @notation{kruis} maak je door @code{is} achter de naam te plakken, en een noot met een @notation{mol} maak je door er @code{es} achter te plakken. Zoals je zou kunnen verwachten, een @notation{dubbelkruis} of @notation{dubbelmol} wordt gemaakt door het toevoegen van @code{isis} of @code{eses}. Deze syntax is afgeleid van de Noordse en Germaanse talen zoals het Duits en het Nederlands. Om andere namen te gebruiken voor @notation{verplaatsingstekens}, zie @ruser{Note names in other languages}. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] cis4 ees fisis, aeses @end lilypond @cindex toonsoort, zetten van @subheading Toonsoorten @cindex toonsoort @cindex majeur, groot @cindex mineur, klein @cindex toevallige tekens en toonsoort @cindex verplaatsingstekens en toonsoort @cindex invoer versus layout @cindex layout versus invoer @funindex \key @funindex key @funindex \major @funindex major @funindex \minor @funindex minor Terminologie: @rglos{key signature}, @rglos{major}, @rglos{minor}. De @notation{toonsoort} wordt gezet met het commando @code{\key} gevolgd door een toonhoogte en @code{\major} of @code{\minor}. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] \key d \major a1 | \key c \minor a1 | @end lilypond @smallspace @subheading Waarschuwing: toonsoorten en toonhoogten Terminologie: @rglos{accidental}, @rglos{key signature}, @rglos{pitch}, @rglos{flat}, @rglos{natural}, @rglos{sharp}, @rglos{transposition}, @rglos{Pitch names}. Om uit te maken of er wel of geen @notation{toevallig teken} geprint moet worden, onderzoekt LilyPond de toonhoogten en de @notation{toonsoort}. De toonsoort beïnvloed alleen het @emph{printen} van toevallige tekens, en niet de @notation{toonhoogte} van de noot! Deze functie zaait vaak verwarring bij nieuwe gebruikers, dus laten we het eens wat beter bekijken. LilyPond maakt een duidelijk onderscheid tussen muzikale beschrijving en layout. De verhoging of verlaging (@notation{mol}, @notation{herstellingsteken} of @notation{kruis}) van een noot is onderdeel van de toonhoogte, en is dus de muzikale beschrijving. Of een toevallig teken (een @emph{geprinte} mol, herstellingteken of kruis) ook daadwerkelijk vóór de betreffende noot wordt geprint, dat is een kwestie van layout. Voor de layout bestaan regels, dus toevallige tekens worden automatisch geprint volgens die regels. De toonhoogten in je muziek zijn kunstuitingen, dus die zullen niet automatisch worden toegevoegd, en je moet zelf datgene invoeren wat je wilt horen. In dit voorbeeld: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] \key d \major cis4 d e fis @end lilypond @noindent wordt voor geen enkele noot een toevallig teken geprint, maar je moet toch @code{is} toevoegen en @code{cis} en @code{fis} in het invoerbestand typen. De code @code{b} betekent niet @qq{print een zwart bolletje op de middelste lijn van de notenbalk.} Het betekent veelmeer @qq{er is hier een noot met toonhoogte B-stamtoon.} In de toonsoort van A-mol majeur, krijgt hij bij het printen @emph{toch} een toevallig teken: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] \key aes \major aes4 c b c @end lilypond Als het bovenstaand voorbeeld verwarrend is, ga dan eens na: als je piano aan het spelen was, welke toets zou je aanslaan? Als je een zwarte aan zou slaan, dan @emph{moet} je @code{-is} of @code{-es} aan de notenaam toevoegen! Het expliciet toevoegen van alle verplaatsingen vergt misschien een klein beetje extra inspanning tijdens het intypen, maar het voordeel is dat @notation{transponeren} eenvoudiger is, en toevallige tekens kunnen automatisch geplaatst en geprint worden volgens verschillende conventies. Voor enkele voorbeelden van het printen van toevallige tekens volgens verschillende regels, zie @ruser{Automatic accidentals}. @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Note names in other languages}, @ruser{Accidentals}, @ruser{Automatic accidentals}, @ruser{Key signature}. @node Overbindingen en legatobogen @translationof Ties and slurs @subsection Overbindingen en legatobogen @cindex overbinding @cindex legatoboog @cindex fraseringsboog @cindex boog, frasering @funindex ~ @funindex ( ... ) @funindex \( ... \) @subheading Overbindingen Terminologie: @rglos{tie}. Een @notation{overbinding} maak je door het toevoegen van een tilde @code{~} aan de eerste noot die overgebonden wordt. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] g4~ g c2~ | c4~ c8 a~ a2 | @end lilypond @subheading Legatobogen Terminologie: @rglos{slur}. Een @notation{legatoboog} is een kromme, getrokken over een aantal noten. De beginnoot en eindnoot worden gemarkeerd met respectievelijk @code{(} en @code{)}. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] d4( c16) cis( d e c cis d) e( d4) @end lilypond @subheading Fraseringsbogen Terminologie: @rglos{slur}, @rglos{phrasing}. Bogen die langere @notation{frasering} aangeven kunnen worden ingevoerd met @code{\(} en @code{\)}. Je een @notation{legatoboog} een een @notation{fraseringsboog} tegelijkertijd gebruiken, maar je kunt geen gelijktijdige legatobogen of gelijktijdige fraseringsbogen gebruiken. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] g4\( g8( a) b( c) b4\) @end lilypond @smallspace @cindex legatobogen versus overbindingen @subheading Waarschuwingen: legatobogen versus overbindingen Terminologie: @rglos{articulation}, @rglos{slur}, @rglos{tie}. Een @notation{legatoboog} ziet er net zo uit als een @notation{overbinding}, maar heeft een andere betekenis. Een overbinding maakt de eerste noot gewoon langer, en kan alleen gebruikt worden tussen twee noten van dezelfde toonhoogte. Legatobogen geven de speelwijze of @notation{articulatie} van noten aan, en kunnen worden gebruikt over grotere nootgroepen. Legatobogen en overbindingen kunnen worden genest. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] c4~( c8 d~ d4 e) @end lilypond @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Ties}, @ruser{Slurs}, @ruser{Phrasing slurs}. @node Articulatie en dynamiek @translationof Articulation and dynamics @subsection Articulatie en dynamiek @subheading Articulaties @cindex articulatie @cindex speelwijze @cindex accent @cindex staccato Terminologie: @rglos{articulation}. Algemene @notation{articulaties} kunnen worden toegevoegd aan een noot met een streepje @code{-} en een enkel karakter: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] c4-^ c-+ c-- c-| c4-> c-. c2-_ @end lilypond @subheading Vingerzetting @cindex vingerzetting @funindex ^ @funindex _ Terminologie: @rglos{fingering}. Op soortgelijke manier wordt een @notation{vingerzetting} aan een noot toegevoegd met een streepje (@code{-}) en het cijfer dat moet worden geprint: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] c4-3 e-5 b-2 a-1 @end lilypond Je kunt meerdere articulaties bij dezelfde noot gebruiken. Articulaties en vingerzetting worden gewoonlijk automatisch geplaatst, maar je kunt een richting specificeren door het streepje (@code{-}) te vervangen door @code{^} (boven) or @code{_} (onder). Echter, in de meeste gevallen is het beter om LilyPond de richting van de articulaties te laten uitzoeken. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] c4_-^1 d^. f^4_2-> e^-_+ @end lilypond @subheading Dynamiek @cindex dynamiek @cindex decrescendo @cindex crescendo @funindex \f @funindex \ff @funindex \mp @funindex \p @funindex \mf @funindex \pp @funindex \< @funindex < @funindex \> @funindex > @funindex \! @funindex ! Terminologie: @rglos{dynamics}, @rglos{crescendo}, @rglos{decrescendo}. @notation{Dynamische} tekens maak je door het teken (met een backslash) aan de noot toe te voegen: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] c4\ff c\mf c\p c\pp @end lilypond @notation{Crescendi} en @notation{decrescendi} begin je met de commando's @code{\<} en @code{\>}. Het volgende dynamische teken, bijvoorbeeld @code{\f}, beïndigt de (de)crescendo maar je kunt ook het commando @code{\!} gebruiken: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] c4\< c\ff\> c c\! @end lilypond @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Articulations and ornamentations}, @ruser{Fingering instructions}, @ruser{Dynamics}. @node Tekst toevoegen @translationof Adding text @subsection Tekst toevoegen @cindex tekst, toevoegen @cindex toevoegen van tekst text @cindex opmaak @cindex markup @funindex \markup @funindex markup Je kunt tekst aan je muziek toevoegen door: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] c2^"espr" a_"legato" @end lilypond Extra formattering kan worden toegevoegd met het @code{\markup}-commando: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] c2^\markup { \bold espr } a2_\markup { \dynamic f \italic \small { 2nd } \hspace #0.1 \dynamic p } @end lilypond @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Writing text}. @node Automatische en handmatige waardestrepen @translationof Automatic and manual beams @subsection Automatische en handmatige waardestrepen @cindex waardestrepen @cindex automatische waardestrepen @cindex handmatige waardestrepen @cindex waardestrepen, automatisch @cindex waardestrepen, handmatig @cindex waardestrepen, met de hand @funindex [ ... ] @funindex [ @funindex ] @funindex \autoBeamOff @funindex autoBeamOff @funindex \autoBeamOn @funindex autoBeamOn Terminologie: @rglos{beam}. Alle @notation{waardestrepen} worden automatisch getekend: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] a8[ ais] d[ ees r d] c16 b a8 @end lilypond Als de automatische waardestrepen je niet bevallen, kun je ze handmatig overschijven. Om een bepaalde waardestreep te verbeteren markeer je de eerste noot met @code{[} en de laatste met @code{]}. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] a8[ ais] d[ ees r d] a b @end lilypond Als je de automatische waardestrepen helemaal uit wilt zetten voor een bepaald stuk muziek, gebruik je het commando @code{\autoBeamOff} om de automatische waardestrepen uit te zetten en @code{\autoBeamOn} om ze weer aan te zetten. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] \autoBeamOff a8 c b4 d8. c16 b4 | \autoBeamOn a8 c b4 d8. c16 b4 | @end lilypond @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Automatic beams}, @ruser{Manual beams}. @node Geavanceerde ritmische commando's @translationof Advanced rhythmic commands @subsection Geavanceerde ritmische commando's @subheading Opmaat @cindex opmaat @cindex anacrouse @cindex onvolledige maat @funindex \partial @funindex partial Terminologie: @rglos{anacrusis}. Een opmaat (of @notation{anacrouse}) wordt ingevoerd met het sleutelwoord @code{\partial}. Het wordt gevolgd door een nootlengte: @code{\partial 4} is een opmaat van een kwart en @code{\partial 8} een achtste. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] \partial 8 f8 | c2 d | @end lilypond @c Note bene: duolen, triolen, kwartolen etc. worden anti-metrische @c figuren genoemd, hoewel ze in feite anti-ritmisch zijn -- hemiolen @c zijn veeleer anti-metrisch @subheading Antimetrische figuren @cindex antimetrische figuren @cindex triolen @funindex \times @funindex times Terminologie: @rglos{note value}, @rglos{triplet}. @notation{Antimetrische figuren} wordeg gemaakt met het @code{\times} sleutelwoord. Het verwacht twee parameters: een fractie (breuk) en een stuk muziek. De lengte van het stuk muziek wordt vermenigvuldigd met de fractie. Een triol maakt dat de noten 2/3 van hun lengte duren, dus een @notation{triool} heeft als fractie 2/3 @lilypond[verbatim,quote,relative=2] \times 2/3 { f8 g a } \times 2/3 { c8 r c } \times 2/3 { f,8 g16[ a g a] } \times 2/3 { d4 a8 } @end lilypond @subheading Versieringen @cindex versieringen @cindex voorslag @cindex naslag @cindex acciaccatura @cindex appoggiatura @funindex \grace @funindex grace @funindex \acciaccatura @funindex acciaccatura @funindex \appoggiatura @funindex acciaccatura Terminologie: @rglos{grace notes}, @rglos{acciaccatura}, @rglos{appoggiatura}. @notation{Versieringen} worden gemaakt met het @code{\grace} commando, hoewel ze ook gemaakt kunenn worden door een het sleutelwoord @code{\appoggiatura} of @code{\acciaccatura} voor een muziekuitdrukking te zetten @lilypond[verbatim,quote,relative=2] c2 \grace { a32[ b] } c2 | c2 \appoggiatura b16 c2 | c2 \acciaccatura b16 c2 | @end lilypond @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Grace notes}, @ruser{Tuplets}, @ruser{Upbeats}. @node Verschillende noten tegelijk klinkend @translationof Multiple notes at once @section Verschillende noten tegelijk klinkend Deze paragraaf introduceert het hebben van meer dan één klinkende noot tegelijkertijd: verscheidene instrumenten, verscheidene notenbalken voor één instrument (bijv. piano), en akkoorden. Polyfonie betekent in de muziek het hebben van meer dan één klinkende melodie tegelijk. Polyfonie in LilyPond betekent het hebben van meer dan een stem op dezelfde notenbalk. @menu * Muziekuitdrukkingen nader verklaard:: * Meerdere notenbalken:: * Notenbalkgroepen:: * Het combineren van noten tot accoorden:: * Polyfonie binnen een notenbalk:: @end menu @node Muziekuitdrukkingen nader verklaard @translationof Music expressions explained @subsection Muziekuitdrukkingen nader verklaard @cindex muziekuitdrukking @cindex uitdrukking, muziek @cindex samengestelde muziekuitdrukking @cindex muziekuitdrukking, samengesteld In LilyPond-invoerbestanden wordt muziek gerepresenteerd door @emph{muziekuitdrukkingen}. Een enkele noot is een muziekuitdrukking: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] a4 @end lilypond Een noot tussen accolades zetten maakt er een @emph{samengestelde muziekuitdrukking} van. Hier hebben we een samengestelde muziekuitdrukking gemaakt die twee noten bevat: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] { a4 g4 } @end lilypond Een groep muziekuitdrukkingen (bijv. noten) tussen accolades zetten betekent dat ze een sequentie zijn (d.w.z. de ene volgt op de vorige). Het resultaat is een nieuwe muziekuitdrukking: @lilypond[verbatim,quote,relative=2] { { a4 g } f4 g } @end lilypond @subheading Analogie: wiskundige uitdrukkingen Dit mechanisme lijkt op wiskundige formules: een grote formule wordt gemaakt door een samenstelling van kleine formules. Zulke formules worden uitdrukkingen genoemd, en ze kunnen andere uitdrukkingen bevatten, zodat je willekeurig ingewikkelde en grote uitdrukkingen kunt maken. Bijvoorbeeld, @example 1 1 + 2 (1 + 2) * 3 ((1 + 2) * 3) / (4 * 5) @end example Dit is een opeenvolging van uitdrukkingen, waar elke uitdrukking onderdeel is van de volgende (grotere) uitdrukking. De eenvoudigste uitdrukkingen zijn getallen, en grotere worden gemaakt door het combineren van uitdrukkingen met operatoren (zoals @code{+}, @code{*} en @code{/}) en haakjes. Net als wiskundige uitdrukkingen, kunnen muziekuitdrukkingen willekeurig diep worden genest, wat nodig is voor ingewikkelde muziek zoals polyfone partituren. @subheading Simultane muziekuitdrukkingen: meerdere notenbalken @cindex meerdere notenbalken @cindex notenbalken, meerdere @cindex polyfonie @cindex combineren van gelijktijdige uitdrukkingen @cindex gelijktijdige uitdrukkingen @cindex uitdrukkingen, gelijktijdig @cindex relatieve noten en gelijktijdige muziek @cindex relatieve noten en gelijktijdige uitdrukkingen @cindex simultane muziek en relatieve noten @cindex gelijktijdige uitdrukkingen en relatieve noten @funindex << @funindex >> @funindex << ... >> Terminologie: @rglos{polyphony}. Deze techniek is nuttig voor @notation{polyfone} muziek. Voor het invoeren van muziek met meerdere stemmen of meerdere notenbalken, combineren we uitdrukkingen gelijktijdig. Om aan te geven dat twee stemmen tegelijk klinken, voer je gewoon een simultane samenstelling van muziekuitdrukkingen in. Een @q{simultane} muziekuitdrukking wordt gevormd door uitdrukkingen te tussen @code{<<} en @code{>>} te zetten. In onderstaand voorbeeld, zijn drie sequenties (die allemaal enkele noten bevatten) simultaan samengesteld: @lilypond[verbatim,quote] \relative c'' { << { a2 g } { f2 e } { d2 b } >> } @end lilypond Merk op dat we elk niveau van de invoer met een ander aantal spaties hebben ingesprongen. Het maakt LilyPond niet uit hoeveel (of hoe weinig) spaties er aan het begin van een regel staan, maar het op deze wijze inspringen van LilyPond-code maakt het voor mensen veel leesbaarder. @warning{elke noot is relatief aan de vorige noot in de invoer, niet relatief aan de @code{c''} in het eerste @code{@bs{}relative} commando.} @subheading Simultane muziekuitdrukking: enkele notenbalk Om het aantal notenbalken in een stuk te bepalen, kijkt LilyPond naar het begin van de eerste uitdrukking. Als dat een enkele noot is, is er één notenbalk; als dat een simultane uitdrukking is, is er meer dan één notenbalk. Onderstaand voorbeeld toont een ingewikkelde uitdrukking, maar omdat het begint met een enkele noot wordt het genoteerd op een enkele notenbalk. @lilypond[verbatim,quote] \relative c'' { c2 <> | << { e2 f } { c2 <> } >> | } @end lilypond @node Meerdere notenbalken @translationof Multiple staves @subsection Meerdere notenbalken @cindex meerdere notenbalken @cindex notenbalken, meerdere @cindex context @cindex context, notatie @cindex notatiecontext @funindex \new Staff @funindex new Staff @funindex Staff @funindex \new @funindex new @funindex Score @funindex Voice @funindex Lyrics @funindex ChordNames LilyPond-invoerbestanden bestaan uit muziekuitdrukkingen, zoals we zagen in @ref{Muziekuitdrukkingen nader verklaard}. Als de partituur begint met een simultane muziekuitdrukking, maakt LilyPond meerdere notenbalken. Echter, het is eenvoudiger te zien wat er gebeurt als we de notebalk expliciet creëren. Om meer dan een één notenbalk te printen, wordt elk stuk muziek dat een op een notebalk hoort gemarkeerd door er @code{\new Staff} voor te zetten. Deze @code{Staff}-elementen worden dan gelijktijdig samengesteld met @code{<<} en @code{>>}: @lilypond[verbatim,quote] \relative c'' { << \new Staff { \clef "treble" c4 } \new Staff { \clef "bass" c,,4 } >> } @end lilypond Het commando @code{\new} opent een @q{notatiecontext.} Een notatiecontext is een omgeving waarin muziekelementen (zoals noten of @code{\clef}-commando's) worden geïnterpreteerd. Voor eenvoudige stukken worden zulke notatiecontexten automatisch aangemaakt. Voor ingewikkeldere stukken, is het beter om contexten expliciet aan te geven. Er zijn verschillende soorten van contexten. @code{Score}, @code{Staff}, en @code{Voice} zorgen voor melodische notatie, terwijl @code{Lyrics} liedteksten zet en @code{ChordNames} accoordnamen print. In syntaxtermen maakt het laten voorafgaan van Als je @code{\new} voor een muziekuitdrukking zet, maakt dat in syntaxtermen een grotere muziekuitdrukking. Dat lijkt op het minteken in de wiskunde. De formule @math{(4+5)} is een uitdrukking, dus @math{-(4+5)} is een grotere uitdrukking. Maatsoorten die in één notenbalk worden ingevoerd, beïnvloeden standaard ook alle andere notenbalken. And de andere kant, de toonsoort van een notenbalk heeft @emph{geen} invloed op andere notenbalken. Dit verschil in standaard gedrag is omdat partituren met transponerende instrumenten veel meer voorkomen dan polyritmische partituren. @lilypond[verbatim,quote] \relative c'' { << \new Staff { \clef "treble" \key d \major \time 3/4 c4 } \new Staff { \clef "bass" c,,4 } >> } @end lilypond @node Notenbalkgroepen @translationof Staff groups @subsection Notenbalkgroepen @cindex pianobalk @cindex notenbalk, piano @cindex koorbalk @cindex notenbalk, koor @cindex manuaalbalk @cindex notenbalk, manuaal @cindex notenbalkgroep @funindex PianoStaff @funindex GrandStaff @funindex ChoirStaff Terminologie: @rglos{brace}, @rglos{staff}, @rglos{system}. Pianomuziek wordt meestal genoteerd op twee notenbalken die verbonden zijn door een @notation{accolade}. Het afdrukken van zo'n balk gaat hetzelfde als in het polyfone voorbeeld in @ref{Meerdere notenbalken}. Echter, nu wordt de gehele uitdrukking in een @code{PianoStaff} gestopt: @example \new PianoStaff << \new Staff @dots{} \new Staff @dots{} >> @end example Hier is een voorbeeldje: @lilypond[verbatim,quote] \relative c'' { \new PianoStaff << \new Staff { \time 2/4 c4 e | g g, | } \new Staff { \clef bass c,,4 c' | e c | } >> } @end lilypond Andere notenbalkgroeperingen gaan met @code{\new GrandStaff}, geschikt voor for orkestpartituren, en @w{@code{\new ChoirStaff}}, geschikt voor vocale partituren. Deze notenbalkgroepen vormen allemaal een ander type context, namelijk een die een accolade aan de linkerkant van elk systeem maakt en ook de lengte van de maatstrepen bepaalt. @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Keyboard and other multi-staff instruments}, @ruser{Displaying staves}. @node Het combineren van noten tot accoorden @translationof Combining notes into chords @subsection Het combineren van noten tot accoorden Terminologie: @rglos{chord}. @cindex accoorden @cindex nootlengten in accoorden @funindex < @funindex > @funindex < ... > We zagen eerder hoe noten kunnen worden gecombineerd tot @notation{accoorden} door aan te geven dat ze tegelijk klinken door ze tussen dubbele gehoekte haken te zetten. Echter, de normale manier om een accoord aan te geven is door de toonhoogten tussen @emph{enkele} hoekige haken te zetten. Merk op dat alle noten in een accoord dezelfde lengte moeten hebben, en dat die lengte na de afsluitende haak komt. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] r4 2 @end lilypond Beschouw accoorden als vrijwel identiek aan enkele noten: bijna alles wat je aan een enkele noot kunt plakken, kun je aan een accoord plakken, en alles komt @emph{buiten} de hoekige haken. Bijvoorbeeld, je kunt markeringen als waardestrepen en overbindingen gebruiken met accoorden. Ze worden geplaatst buiten de hoekige haken. @lilypond[verbatim,quote,relative=2] r4 ~ 2 | 8[ ] \>[ ]\! | r4 8.\p 16( 4-. ) | @end lilypond @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Chorded notes}. @node Polyfonie binnen een notenbalk @translationof Single staff polyphony @subsection Polyfonie binnen een notenbalk @cindex polyfonie @cindex meerdere stemmen @cindex stemmen, meerdere op een balk @cindex enkelbalks polyfonie @cindex spatierust @cindex rust, spatie @funindex << ... \\ ... >> @funindex << @funindex \\ @funindex >> Polyfone muziek in LilyPond, hoewel niet moeilijk, maakt gebruik van concepten die we nog niet hebben besproken, dus kunnen we nog niet introduceren. In plaats daarvan worden in de volgende paragrafen eerst deze concepten uitvoerig verklaard. @seealso Beginnershandleiding: @ref{Voices contain music}. Notatiehandleiding: @ruser{Simultaneous notes}. @node Vocale muziek @translationof Songs @section Vocale muziek Deze paragraaf introduceert vocale muziek en eenvoudige liedjes. @menu * Het zetten van eenvoudige liedjes:: * Liedteksten uitrichten op een melodie:: * Liedteksten bij meerdere notenbalken:: @end menu @node Het zetten van eenvoudige liedjes @translationof Setting simple songs @subsection Het zetten van eenvoudige liedjes @cindex liedteksten @cindex liedjes @funindex \addlyrics @funindex addlyrics Terminologie: @rglos{lyrics}. Hier is het begin van de melodie van een slaapliedje, @notation{Girls and boys come out to play}: @lilypond[verbatim,quote] \relative c'' { \key g \major \time 6/8 d4 b8 c4 a8 | d4 b8 g4 } @end lilypond De @notation{liedteksten} kunnen op deze noten worden gezet, door beiden te combineren met het @code{\addlyrics}-sleutelwoord. Liedteksten worden ingevoerd door de lettergrepen van elkaar te scheiden met een spatie. @lilypond[verbatim,quote] << \relative c'' { \key g \major \time 6/8 d4 b8 c4 a8 | d4 b8 g4 } \addlyrics { Girls and boys come | out to play, } >> @end lilypond @warning{Het is van essentiëel belang dat de laatste lettergreep van de afsluitende accolade gescheiden wordt door een spatie of nieuwe regel, anders wordt aangenomen dat de accolade nog deel uitmaakt van die lettergreep, wat een obscure foutmelding oplevert, zie @rprogram{Apparent error in ../ly/init.ly}.} Merk de hoekige haken @w{@code{<< ... >>}} op die om het hele stuk heen staan en aangeven dat de muziek en de woorden tegelijk klinken. @node Liedteksten uitrichten op een melodie @translationof Aligning lyrics to a melody @subsection Liedteksten uitrichten op een melodie @cindex melisma @cindex legatolijn @cindex streepjes @cindex underscore @cindex liedteksten, uitrichten @cindex uitrichten van liedteksten @cindex liedteksten, woorden met meerdere lettergrepen @cindex woorden met meerdere lettergrepen in liedteksten Terminologie: @rglos{melisma}, @rglos{extender line}. De volgende regel van het slaapliedje is @notation{The moon doth shine as bright as day}. Laten we die ook invoeren: @lilypond[verbatim,quote] << \relative c'' { \key g \major \time 6/8 d4 b8 c4 a8 | d4 b8 g4 g8 | a4 b8 c b a | d4 b8 g4. | } \addlyrics { Girls and boys come | out to play, The | moon doth shine as | bright as day; | } >> @end lilypond Als je de code van het bovenstaand voorbeeld compileert, zul je waarschuwingen op het scherm zien: @example song.ly:12:29: waarschuwing: maat-controle gefaald op: 5/8 The | moon doth shine as | bright as day; | song.ly:12:46: waarschuwing: maat-controle gefaald op: 3/8 The | moon doth shine as | bright as day; | @end example Dit is een goed voorbeeld van de waarde van maat-controles. Als we naar de muziek kijken, dan zien we dat de extra liedteksten niet helemaal goed uitgericht zijn met de noten. Het woord @notation{shine} moet op twee noten gezongen worden, niet op één. Dit wordt een @notation{melisma} genoemd, een enkele lettergreep gezongen op meer dan een noot. Er zijn verschillende manieren om een lettergreep over meerdere noten uit te verdelen, het eenvoudigst is een legatoboog over de noten te zetten, voor details, zie @ref{Overbindingen en legatobogen}: @lilypond[verbatim,quote] << \relative c'' { \key g \major \time 6/8 d4 b8 c4 a8 | d4 b8 g4 g8 | a4 b8 c( b) a | d4 b8 g4. | } \addlyrics { Girls and boys come | out to play, The | moon doth shine as | bright as day; | } >> @end lilypond De woorden zijn nu goed uitgericht met de noten, maar de automatische waardestrepen voor de noten boven @notation{shine as} zien er niet helemaal goed uit. We kunnen dit verbeteren door handmatige waardestreep-aanduidingen in te voegen om de automatische waardestrepen te overschrijven, voor details, see @ref{Automatische en handmatige waardestrepen}. @lilypond[verbatim,quote] << \relative c'' { \key g \major \time 6/8 d4 b8 c4 a8 | d4 b8 g4 g8 | a4 b8 c([ b]) a | d4 b8 g4. | } \addlyrics { Girls and boys come | out to play, The | moon doth shine as | bright as day; | } >> @end lilypond Als alternatief voor het gebruik van legatobogen, kunnen melismata worden aangegeven door in de liedtekst een underscore @code{_} toe te voegen voor elke noot die moet worden opgenomen in de melisma: @lilypond[verbatim,quote] << \relative c'' { \key g \major \time 6/8 d4 b8 c4 a8 | d4 b8 g4 g8 | a4 b8 c[ b] a | d4 b8 g4. | } \addlyrics { Girls and boys come | out to play, The | moon doth shine _ as | bright as day; | } >> @end lilypond Als een lettergreep zich uitstrekt over een aantal noten of over een noot die heel lang duurt, wordt gewoonlijk een @notation{legatolijn} getrokken vanaf de lettergreep die zich uitstrekt onder alle noten van die lettergreep. Die wordt ingevoerd als twee underscores @code{__}. Hier is een voorbeeld uit de eerste drie maten van @notation{Dido's Lament}, van Purcells @notation{Dido and Æneas}: @lilypond[verbatim,quote] << \relative c'' { \key g \minor \time 3/2 g2 a bes | bes2( a) b2 | c4.( bes8 a4. g8 fis4.) g8 | fis1 } \addlyrics { When I am | laid, am | laid __ in | earth, } >> @end lilypond In geen van de voorbeelden tot nu toe zijn woorden met meer dan een lettergreep gebruikt. Zulke woorden worden gewoonlijk opgedeeld in een lettergreep per noot, met koppeltekens tussen de lettergrepen. Zo'n koppelteken worden ingevoerd als twee streepjes, wat een koppelteken midden tussen de twee lettergrepen oplevert. Hier is een voorbeeld dat dit laat zien en alles wat we tot nu toe hebben geleerd over het uitrichten van liedteksten naar noten. notes. @c no ragged-right here because otherwise the hyphens get lost, @c but the example is long enough to avoid looking strange. @lilypond[verbatim,quote,noragged-right] << \relative c' { \key g \major \time 3/4 \partial 4 d4 | g4 g a8( b) | g4 g b8( c) | d4 d e | c2 } \addlyrics { A -- | way in a __ | man -- ger, no __ | crib for a | bed, __ } >> @end lilypond Sommige liedteksten, vooral die in het Italiaans, hebben het omgekeerde nodig: het zetten van meer dan een lettergreep op een noot. Dit wordt bereikt door lettergreepen aan elkaar te koppelen met een enkele underscore @code{_} (zonder spaties), of door ze tussen dubbele aanhalingtekens te zetten. Hier is een voorbeeld uit Rossini's @notation{Figaro}, waar @notation{al} op dezelfde noot moet worden gezongen als @notation{go} uit het @notation{Largo} in Figaro's aria @notation{Largo al factotum}: @c no ragged-right here because otherwise the hyphens get lost, @c but the example is long enough to avoid looking strange. @lilypond[verbatim,quote,noragged-right] << \relative c' { \clef "bass" \key c \major \time 6/8 c4.~ c8 d b | c8([ d]) b c d b | c8 } \addlyrics { Lar -- go_al fac -- | to -- tum del -- la cit -- | tà } >> @end lilypond @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Vocal music}. @node Liedteksten bij meerdere notenbalken @translationof Lyrics to multiple staves @subsection Liedteksten bij meerdere notenbalken @cindex liedteksten en meerdere notenbalken @cindex meerdere notenbalken en liedteksten De eenvoudige aanpak met @code{\addlyrics} kan gebruikt worden voor het plaatsen van liedteksten onder meer dan een notenbalk. Hier is een voorbeeld uit Handels @notation{Judas Maccabæus}: @lilypond[verbatim,quote] << \relative c'' { \key f \major \time 6/8 \partial 8 c8 | c8([ bes]) a a([ g]) f | f'4. b, | c4.~ c4 } \addlyrics { Let | flee -- cy flocks the | hills a -- | dorn, __ } \relative c' { \key f \major \time 6/8 \partial 8 r8 | r4. r4 c8 | a'8([ g]) f f([ e]) d | e8([ d]) c bes'4 } \addlyrics { Let | flee -- cy flocks the | hills a -- dorn, } >> @end lilypond Partituren die ingewikkelder zijn dan dit eenvoudige voorbeeld kun je beter maken door het uit elkaar trekken van de score structuur en de noten en liedteksten door het gebruik van variabelen. Dit wordt behandeld in @ref{Stukken organiseren met variabelen}. @seealso Notatiehandleiding: @ruser{Vocal music}. @node De puntjes op de i's @translationof Final touches @section De puntjes op de i's Dit is de laatste paragraaf van het leerboek; het laat zien hoe je de puntjes op de i's zet voor eenvoudige stukken, en geeft een inleiding op het vervolg van de handleiding. @menu * Stukken organiseren met variabelen:: * Titels toevoegen:: * Absolute notenamen:: * Na het leerboek:: @end menu @node Stukken organiseren met variabelen @translationof Organizing pieces with variables @subsection Stukken organiseren met variabelen @cindex variabelen @cindex variabelen, definiëren @cindex identifiers @cindex macro's @cindex variabelen toekennen @cindex variables gebruiken @cindex gebruik van variables @cindex variabelen, toegestane tekens in @cindex tekens toegestaan in variabelen Wanneer alle elementen die eerder zijn besproken worden gecombineerd om grotere bestanden te maken, worden de muziekuitdrukkingen een stuk groter. In polyfone muziek met veel notenbalken, kunnen invoerbestanden heel verwarrend worden. Deze verwarring kunnen we verminderen door het gebruik van @emph{variabelen}. Met variabelen (ook bekend als identifiers of macro's), kunnen we ingewikkelde muziekuitdrukkingen in stukken breken. Een waarde aan een variabele toekennen gaat as volgt: @example benoemdeMuziek = @{ @dots{} @} @end example De inhoud van de muziekuitdrukking @code{benoemdeMuziek} kan later worden gebruikt door een backslash voor de naam te zetten (@code{\benoemdeMuziek}, precies als een gewoon LilyPond-commando). @c KEEP LY @lilypond[verbatim,quote] viool = \new Staff { \relative c'' { a4 b c b } } cello = \new Staff { \relative c { \clef "bass" e2 d } } { << \viool \cello >> } @end lilypond @noindent De naam van een variabele mag alleen letters bevatten, geen cijfers, underscores, or of streepjes. Variabelen moeten gedefiniëerd worden @emph{voor} de eigenlijke muziekuitdrukking, daarna kunnen ze zo vaak als nodig worden hergebruikt. Ze kunnen zelfs worden gebruikt om de inhoud van een nieuwe variabele te construeren, wat een manier is om een stuk muziek met veel herhalingen compacter in te voeren. @c KEEP LY @lilypond[verbatim,quote] trioolA = \times 2/3 { c,8 e g } maatA = { \trioolA \trioolA \trioolA \trioolA } \relative c'' { \maatA \maatA } @end lilypond Variabelen kunnen worden gebruikt voor allerlei andere typen objecten in de invoer. Bijvoorbeeld @example breedte = 4.5\cm naam = "Janneke" aVijfPapier = \paper @{ paperheight = 21.0 \cm @} @end example Afhankelijk van de inhoud kan de variabele gebruikt wonden op verschillende plaatsen. Onderstaand voorbeeld maakt gebruik van de bovenstaande variabelen: @example \paper @{ \aVijfPapier line-width = \breedte @} @{ c4^\naam @} @end example @node Titels toevoegen @translationof Adding titles @subsection Titels toevoegen @cindex titel @cindex kopjes @cindex titelblok @funindex \header @funindex header De titel, componist, opusnummer, en soortgelijke informatie worden ingevoerd in het @code{\header}-blok. Deze bevindt zich buiten de muziekuitdrukking; het @code{\header}-blok staat gewoonlijk direct onder het versienummer. @example \version @w{"@version{}"} \header @{ title = "Symfonie" composer = "Ik" opus = "Op. 9" @} @{ @dots{} muziek @dots{} @} @end example Als het bestand wordt verwerkt, worden titel en componist en opus boven de muziek geprint. Meer informatie over titels staat in @ruser{Creating titles}. @node Absolute notenamen @translationof Absolute note names @subsection Absolute notenamen @cindex notenamen @cindex notenamen, absolute @cindex absolute modus @cindex absolute waarden voor toonhoogten @cindex toonhoogten, absolute waarden @cindex absolute notenamen Totnutoe hebben we steeds @code{\relative} gebruikt om toonhoogten aan te duiden. Dit is voor de meeste muziek de eenvoudigste manier van invoeren, maar er is ook een andere manier om toonhoogten in te voeren: de absolute modus. Alls je @code{\relative} weglaat, behandelt LilyPond alle toonhoogten als absolute waarden. Een @code{c'} betekent altijd de centrale C, een @code{b} betekent altijd de noot een stapje onder de centrale C en een @code{g,} is altijd de noot onderaan de balk bij de bassleutel. @lilypond[verbatim,quote] { \clef "bass" c'4 b g, g, | g,4 f, f c' | } @end lilypond Hier is een toonladder over vier octaven: @lilypond[verbatim,quote] { \clef "bass" c,4 d, e, f, | g,4 a, b, c | d4 e f g | a4 b c' d' | \clef "treble" e'4 f' g' a' | b'4 c'' d'' e'' | f''4 g'' a'' b'' | c'''1 | } @end lilypond Zoals je ziet, behoeft het schrijven van een melodie in de vioolsleutel nogal wat apostrof-tekens @code{'}. Kijk eens naar dit fragment van mozart: @lilypond[verbatim,quote] { \key a \major \time 6/8 cis''8. d''16 cis''8 e''4 e''8 | b'8. cis''16 b'8 d''4 d''8 | } @end lilypond Al die apostrofs maken de invoer onleesbaar en zijn een bron van fouten. met @code{\relative} is bovenstaand voorbeeld een stuk leesbaarder en ook eenvoudiger in te voeren: @lilypond[verbatim,quote] \relative c'' { \key a \major \time 6/8 cis8. d16 cis8 e4 e8 | b8. cis16 b8 d4 d8 | } @end lilypond Als je een fout maakt met een octaveringsteken (@code{'} of @code{,}) in de @code{\relative}-modus, wordt dat heel snel duidelijk -- veel noten staan in het verkeerde octaaf. Als je in absolute modus werkt, is een enkele octaaffout lang niet zo goed zichtbaar, en zal dus ook niet zo eenvoudig te vinden zijn. Echter, absolute modus is is nuttig in muziek met zeer grote intervallen en vooral voor lilypond-invoer die met de computer wordt gegenereerd. @node Na het leerboek @translationof After the tutorial @subsection Na het leerboek Als je dit leerboek uit hebt, kun je het beste zelf een paar stukken in gaan voeren. Begin met het toevoegen van noten aan een van de @ref{Templates}. Als je notatie nodig hebt die niet is behandeld in het leerboek, kijk dan in de notatiehandleiding, beginnend bij @ruser{Musical notation}. Al je een stuk wilt schrijven voor een ensemble waarvoor geen sjabloon beschikbaar is, kijk dan naar @ref{Extending the templates}. Zodra je een paar korte stukken hebt geschreven, lees de rest van de beginnershandleiding (hoofdstukken 3-5). Je mag die nu natuurlijk ook best gaan lezen! Echter, het vervolg van de Beginnershandleiding veronderstelt dat je vertrouwd bent met LilyPond-invoer. Je zou die hoofstukken snel kunnne doorkijken en later terugkomen als je wat meer ervaring hebt. In dit leerboek en in het vervolg van de beginnershandleiding is een alinea @strong{Zie ook} aan het eind van elke paragraaf met kruisverwijzingen naar andere paragrafen: deze kruisverwijzingen kun je beter niet volgen bij de eerste keer lezen. Als je de gehele beginnershandleiding een keer hebt gelezen, wil je wellicht bepaalde stukken herlezen en kun je deze kruisverwijzingen bijvoorbeeld volgen voor meer informatie. Mocht je dat nog niet gedaan hebben, lees @emph{alsjeblieft} het @ref{Overzicht van handleidingen}. Er is veel informatie beschikbaar over LilyPond, dus nieuwkomers weten vaak niet waar ze precies moeten zoeken. Als je vijf minuten uittrekt om die paragraaf goed te lezen, kun je jezelf uren frustratie besparen met het zoeken op verkeerde plaatsen!